Conserveren betekent letterlijk langer houdbaar maken. Alle maatregelen om de toestand van voorwerpen te stabiliseren, vallen onder de
noemer ‘conservering’. Verder verval wordt dan tot staan gebracht. Alle maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van verval, worden
wel ‘preventieve conservering’ genoemd.
Om te beginnen worden de factoren die verval veroorzaken beperkt. Een algemene maatregel is het wegnemen van teveel licht en warmte.
Dat licht kleuren doet verschieten is algemeen bekend. Een lichtbron kan ook een warmtebron zijn. Met de komst van nieuwe lichtbronnen en het
naderend einde van de gloeilamp is ook het denken over museale verlichting aan herziening toe.
Daarnaast is het belangrijk dat de luchtvochtigheid niet te hoog en niet te laag is. Vochtigheid hangt direct samen met temperatuur.
Temperatuurverschillen in een gebouw leveren soms onverwacht vochtige plaatsen op.
De waarden van vochtigheid en temperatuur mogen niet teveel schommelen. Er zijn klimaatrichtlijnen, die een houvast bieden aan wat
deze waarden zouden moeten zijn, rekening houdend met wat nodig is voor de objecten en de technische haalbaarheid in het gebouw.
Een goede verpakking, bescherming tegen stof, een steun of een beter ophangsysteem kunnen ook preventieve maatregelen zijn.
Ik adviseer over preventieve conserveringsmaatregelen voor alle soorten objecten.